In januari bloeit er nog niet veel in de tuin, maar als je je zintuigen goed de kost geeft kan je her en der toch wat bloeiends ontdekken. Soms ruik je een sterke honingzoete geur en als je je neus achterna gaat kom je uit bij een struik met kleine puntige glimmende blaadjes. Dit is een groenblijvende struik van het geslacht Sarcococca. Het is familie van de buxus en komt oorspronkelijk uit Zuid Azië.
De kleine witte franje-achtige bloemetjes verschijnen al in januari en verspreiden de heerlijke geur. Na de bloei ontwikkelen zich zwarte of rode besjes. De naam van de plant is van deze vlezige besjes afgeleid, ‘sarco’ betekent vlees en ‘cocca’ betekent bes in het Grieks. Er zijn tussen de 10 en 15 soorten van de Sarcococca bekend. Het zijn langzaam groeiende heesters. De meeste worden niet hoger dan één meter. De soort die bij ons staat is de Sarcococca confusa. Deze is ruim een eeuw geleden uit China naar Europa gehaald. We zijn er blij mee.