Crinum x powellii

Rechts naast het hoofdpad is gedurende het jaar een hoop van lange lichtgroene bladeren te zien. In de zomer verschijnen er bloemstengels met daarop een groep van rond de acht mooie roze bloemen. De bloemen zien er lelie-achtig uit, de bloeiwijze doet ook wel denken aan de Amaryllis. Met deze laatste is deze soort verwant, want deze Crinum is geen lelie-achtige (Liliaceae), maar een narcis-achtige (Amaryllidaceae).
Er zijn zijn zo’n 120 Crinum soorten bekend. De meeste soorten (70) komen voor in Zuid-Afrika, maar er komen ook soorten voor in warme streken van Amerika, Zuid-Azië en Australië. Het zijn over het algemeen planten die langs rivieren groeien en van vochtige tot zeer natte grond houden (de Engelse naam is Swamp lily). Kenmerkend is dat de plant bollen vormt, deze zijn echter heel wat groter dan de bollen die wij kennen van de ons welbekende bolgewassen.
De x in de naam duidt er op dat het een kruising is. In dit geval gaat het om een kruising tussen twee Zuid Afrikaanse soorten de Crinum bulbispermum (Oranjerievierlelie) en Crinum moorei (Natallelie). Dit zou voor het eerst gelukt zijn in 1858 door ene C.B. Powell, vandaar de achternaam powellii. De kruising bleek tamelijk winterhard te zijn, dat maakt de soort populair onder tuinliefhebbers.